Wat is de betekenis van bedibberen?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bedibberen

1) (1845) (< Jidd.) (Barg.) zeggen; vertellen. • Hem danken wij het, dat we niet, zooals hij 't noemt: ‘bedibberd worden door die satansche dorpshoofden, die bovendien de arme weêrlichten van koelies van hun zuur verdiend draagloon nog iets zoeken af te knijpen.’ (Justus van Maurik: Indrukken van een 'Tòtòk'....

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bedibberen

bedibberen - Werkwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) spreken Woordherkomst Herkomst: Bargoens afgeleid van dibberen met het voorvoegsel be- Verwante begrippen dibberen

2024-04-19
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

bedibberen

zeggen, praten; bedonderen In 1845 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, in de vormen dibberen en gedibberen, beide met als betekenis ‘spreken’. In 1906, in De Boeventaal van Köster Henke, voor het eerst aangetroffen in de vorm bedibberen. Köster Henke geeft als betekenissen ‘zeggen’, ‘praten’, ‘vertell...

2024-04-19
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

bedibberen

(< Jidd. medibberen < Hebr. medabbeer, sprekend, zeggend), 1. praten, vertellen, bespreken: ENDT; 2. belazeren: ‘Ik betale? Blijf gezond, ’k heb ... geen moos (geld), hoor je?’ ‘Nou, ... dan drinke we op de lat. Leen weet wel, dat we d’r voor geen krakertje (borrel) bedibberde zelle’, V. MAURIK10 73.

2024-04-19
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Bedibberen

zie medibberen.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bedibberen

(Barg.) zeggen, vertellen.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedibberen

(bedibberde, heeftbedibberd), (Barg.) praten (over).

2024-04-19
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

bedibberen

zeggen; praten; vertellen; bedotten; noppes bedibberen, houd je mond.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

bedibberen

bedibberen - (argot) zeggen, vertellen.