Wat is de betekenis van Bedekken?

2025-11-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedekken

(bedekte, heeft bedekt), 1. iets over, voor of op iets anders plaatsen, leggen, hangen, inz. om het min of meer onzichtbaar te maken, voor het gezicht te verbergen ; — de tafel met een kleed bedekken ; het kleed bedekt de tafel; zijn schaamte, zijn naaktheid bedekken ; iets met de mantel der liefde bedekken, uit barmhartigheid verzwijgen of...

2025-11-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bedekken

bedekken - regelmatig werkwoord uitspraak: be-dek-ken 1. er iets overheen leggen ♢ hij bedekte het slapende kind met een deken Regelmatig werkwoord: be-dek-ken ik bedek jij/u bedekt...

2025-11-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bedekken

v., bidekke; egaal —, oersljochtsje; slaande —, bislaen; windende —, biwine, -wuolje; zittende —, bisitte; krabbende —, biklauwe; met de duim —, mei de tomme bisette.

2025-11-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedekken

bedekte, h. bedekt (iets over, op, voor iets anders hangen enz., waardoor of opdat het bedekte min of meer onzichtbaar wordt: overdekken, toedekken; fig. verbergen); z. mantel en bedekt.

2025-11-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedekken

(bə'dekkən) (bedekte, heeft bedekt) 1. over, voor, op iets anders plaatsen, leggen, hangen, om het te verbergen, te bewaren, te versieren. → mantel. Tgst. ontbloten. 2. Mil. met troepen beschermen : een konvooi -. 3. verbergen : zijn armoede -. Syn. bemantelen, bewimpelen, verbloemen.

2025-11-19
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Bedekken

Werkwoord: bedekken, dekken, toedekken, opdekken, toestoppen, onderstoppen, overdekken, onderdekken, beleggen, overleggen, overspreiden, overtrekken, overdoen, duffelen, doffelen, onderdoffelen (Zn.), instoppen, hullen, mhullen, omhullen, inhoezen, overlappen, overtijgen, mantelen, camoufleren, deguiseren, maskéren, maskeren, huiven,...

2025-11-19
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Bedekken

Het woord bedekken komt in de Heilige Schrift voor in soteriologische beteekenis in verband met de genade der schuldvergiffenis, die in het bedekken symbolisch wordt voorgesteld. Uitgangspunt is daarbij dat de Heere te rein van oogen is dan dat Hij de zonde zoude kunnen aanschouwen (Habak. 1 : 13), want zij is voor Hem onrein, een gruwel in zijn he...

2025-11-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bedekken

(bedekte, heeft bedekt), 1. iets over, voor of op iets anders plaatsen, leggen, hangen, enz., vooral om het min of meer onzichtbaar te maken, voor het oog te verbergen; iets met de mantel der liefde bedekken, het uit barmhartigheid verzwijgen of vergoelijken; zijn armoede bedekken, die verbergen; 2. (fig.) zich met roem overladen, zeer veel roem be...

2025-11-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bedekken

BEDEKKEN, (bedekte, heeft bedekt), iets over, voor of op iets anders plaatsen, leggen, hangen, inz. om het min of meer onzichtbaar te maken, voor het gezicht te verbergen; — de tafel met een kleed bedekken; het kleed bedekt de tafel; zijne schaamte, zijne naaktheid bedekken; — iets met den mantel der liefde bedekken, uit barmhartigheid...

2025-11-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Bedekken

Bedekken, bn. gel. (ik bedekte, heb bedekt). *...DEKKING, v. (-en), het bedekken; (sterr.) verduistering; (oorl.) geleide, wacht. *...DEKSEL, o. gmv. *...DEKT, vd., bn. en bijw. (vest.) de -e weg; (fig.) een - karakter, een geveinsde aard; - te kennen geven, laten raden, laten vermoeden. -ELIJK, bijw.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-11-19
Prisma Nederlands-Duits

Unieboek | Het Spectrum (2025)