bedekken
bedekken - regelmatig werkwoord uitspraak: be-dek-ken 1. er iets overheen leggen ♢ hij bedekte het slapende kind met een deken Regelmatig werkwoord: be-dek-ken ik bedek jij/u bedekt...
Muiswerk Educatief (2017)
bedekken - regelmatig werkwoord uitspraak: be-dek-ken 1. er iets overheen leggen ♢ hij bedekte het slapende kind met een deken Regelmatig werkwoord: be-dek-ken ik bedek jij/u bedekt...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., bidekke; egaal —, oersljochtsje; slaande —, bislaen; windende —, biwine, -wuolje; zittende —, bisitte; krabbende —, biklauwe; met de duim —, mei de tomme bisette.
Van Dale Uitgevers (1950)
(bedekte, heeft bedekt), 1. iets over, voor of op iets anders plaatsen, leggen, hangen, inz. om het min of meer onzichtbaar te maken, voor het gezicht te verbergen ; — de tafel met een kleed bedekken ; het kleed bedekt de tafel; zijn schaamte, zijn naaktheid bedekken ; iets met de mantel der liefde bedekken, uit barmhartigheid verzwijgen of...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: