bedeesd
bedeesd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-deesd 1. onzeker tegenover anderen ♢ bedeesd kwam het meisje dichterbij Bijvoeglijk naamwoord: be-deesd ... is bedeesder dan ... de/het bede...
Muiswerk Educatief (2017)
bedeesd - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: be-deesd 1. onzeker tegenover anderen ♢ bedeesd kwam het meisje dichterbij Bijvoeglijk naamwoord: be-deesd ... is bedeesder dan ... de/het bede...
Dr. E. Schröder (1980)
In vroeger tijd kwam naast bedeesd ook de vorm bedaasd voor en die maakt het gemakkelijk in te zien dat bedeesd verwant is met daas en met het werkwoord dazen, twee woorden die weer familie zijn van dwaas. Dit stemt overeen met de oorspronkelijke betekenis van bedeesd, waaronder men vroeger namelijk verstond: verdwaasd, ontzet. Vondel zegt dat wie...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), niet vrij in zijn spreken, in zijn doen, beschroomd, verlegen: een bedeesd meisje; een bedeesde stem. Ook fig., b.v. van licht dat niet sterk schijnt, niet doordringt.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw.; bedeesder, meest bedeesd (verlegen, beschroomd): een bedeesd lachje; bedeesd kijken.
Jozef Verschueren (1930)
(bə'de:st) bn. en bw. (-er, meest -) [msch.Mned. daes, dwaas] zich licht in zijn spreken en doen belemmerd voelend : een meisje, gezicht; lachen. Syn. → angstvallig. bedeesdheid v.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. (-er, -st), beschroomd, verlegen, niet vrij in het spreken: een bedeesd meisje; een bedeesd lachje.
J.Pluim (1911)
komt waarschijnlijk van een woord in ’t Nederduitsch däsig (spr. deezig), dat gedwee, stil, neerslachtig, bet.; vermoedelijk is ’t verwant met dwaas (in ’t Vlaamsch komt nog daas voor).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: