Wat is de betekenis van bedankje?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bedankje

bedankje - zelfstandig naamwoord uitspraak: be-dank-je 1. briefje waarmee je iemand bedankt ♢ ik heb geen bedankje ontvangen voor het cadeau Zelfstandig naamwoord: be-dank-je -s bedankje

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bedankje

o. (-s), (ontstaan uit: ik bedank je) 1. dankbetuiging : een vriendelijk bedankje ; — ’t is licht een bedankje waard, minst genomen had men toch wel kunnen bedanken; 2. beleefde weigering voor een uitnodiging enz.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bedankje

o. bedankjes (dankend woord; afwijzing): het is wel een (of: geen) bedankje waard.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bedankje

(‘dankjə) o. (-s) 1. Algm. dankbetuiging : het is wel een waard. 2. Euf. beleefde weigering : -s krijgen.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bedankje

o. (-s), (ontstaan uit: ik bedank je), 1. dankbetuiging: een vriendelijk bedankje, het was toch wel een bedankje waard, op z'n minst genomen had men toch wel kunnen bedanken; 2. beleefde weigering voor een uitnodiging, enz.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bedankje

BEDANKJE, o. (-s), (ontstaan uit: (ik) bedankje) dankbetuiging, of beleefde weigering van eene uitnoodiging enz.; ik werd afgescheept met een ellendig bedankje, woorden, zonder meer, kreeg ik tot dank; — 't is licht een bedankje waard, minst genomen had men toch wel kunnen bedanken.