beauty
(zelfstandig naamwoord) [alg.] juweeltje, schoonheid, parel, pracht(-) - Wat een schoonheid is dat!
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] juweeltje, schoonheid, parel, pracht(-) - Wat een schoonheid is dat!
Muiswerk Educatief (2017)
beauty - zelfstandig naamwoord uitspraak: bjoe-tie 1. een mooi meisje of een mooie vrouw ♢ de nieuwe vriendin van Stuart is werkelijk een beauty! 2. prachtig exemplaar ♢ Edmond heeft een beauty...
Dr. Johannes van der Schaar (1964)
v Eng. 'schoonheid’. In Ndl. aangetroffen, maar voorzover bekend niet als voornaam in gebruik in engelstalige landen.
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
1 schoonheid; 2 beauté; prachtexemplaar, prachtstuk; what a beauty!, wat is ze (dat) mooi!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: