bazelen
bazelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ba-ze-len 1. onzin praten ♢ hij zat weer raar te bazelen vanavond Regelmatig werkwoord: ba-ze-len ik bazel jij/u bazelt ...
Muiswerk Educatief (2017)
bazelen - regelmatig werkwoord uitspraak: ba-ze-len 1. onzin praten ♢ hij zat weer raar te bazelen vanavond Regelmatig werkwoord: ba-ze-len ik bazel jij/u bazelt ...
Genootschap Onze Taal (2001)
Waarvan is bazelen afgeleid? a van het Middelnederlandse basen, ‘raaskallen’. b van bazen, ‘de baas spelen’. c van de Zwitserse plaatsnaam Bazel.
Van Dale Uitgevers (1950)
(bazelde, heeft gebazeld), 1. revelen, onsamenhangende taal spreken; 2. onzin praten.
Jozef Verschueren (1930)
('ba:zələn) (bazelde, heeft gebazeld) [msch. ~ bezig] onsamenhangende taal, onzin praten. Syn. ijlen, raaskallen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: