Wat is de betekenis van Bavelaar?

2024-04-23
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Bavelaar

kunstig snijwerk De oorsprong van het woord bavelaar is altijd in verband gebracht met Cornelis Bavelaar [1777-1831]. Dat is niet onjuist, maar het is ook niet helemaal juist. Dat Cornelis Bavelaar in talloze publikaties wordt aangewezen als de uitvinder van de bavelaartjes - in hout of been gesneden kleine diorama's, geplaatst in een houten kastj...

2024-04-23
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Bavelaar

De in Leiden geconcentreerde familienaam Bavelaar kan in verband gebracht worden met het toponiem Bavelaar in de omgeving van Westvleteren in West-Vlaanderen nabij de Franse grens. De uit Houtkerque afkomstige voorvader heeft zich in de tweede helft van de 16de eeuw in Leiden gevestigd.

2024-04-23
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Bavelaar

Cornelis; ged. Leiden 17 augustus 1777, overl. Leiden 30 augustus 1831. Woonde en werkte in Leiden. Van beroep timmerman, die met pennemes unieke volkstoneeltjes uit been, ivoor en hout sneed en ze daarna in zgn. kijkkastjes plaatste (de zgn. Bavelaartjes). Zoon van de steenhouwer en beeldhouwer in hout C. Bavelaar sr. Ook zijn zoons J. F., ged. L...

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bavelaar

m. (-s), houten of ivoren gesneden voorwerpje, aldus geheten naar C. Bavelaar.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bavelaar

(‘ba:vəla:r) m. (-s) [houtsnijder Bavelaar te Leiden, overleden1831] houten of ivoren gesneden voorwerp,

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Bavelaar

BAVELAAR, m. (-s), houten of ivoren gesneden voorwerpje.