Wat is de betekenis van basta?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

basta

basta - Tussenwerpsel 1. uitroep om een eind te maken aan verdere tegenspraak basta - Zelfstandignaamwoord 1. (kaartspel) (omber, quadrille) klaveraas, de derde troefkaart Woordherkomst [tussenwerpsel] van Spaans imperatief basta, of Portugees, of Italiaans [zelfstandig naamwoord] van het Spaanse woord b...

2024-03-29
Verklarend woordenboek Nederlands-Indië

Pieter Johannes Veth (2003)

basta

zie omberen.

2024-03-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Basta

[lt., van bastare = genoeg zijn] 1 genoeg!; 2 (in sommige kaartspelen) klaverenaas.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Basta

afgelopen!; troef in omber- en quadrillespel

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

basta

hou op!, genoeg!

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Basta

genoeg! — in sommige kaartspelen de naam van klaveraas.

2024-03-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Basta

basta!, genoeg!

2024-03-29
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

basta

genoeg; zoom, inslag.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Basta

I. BASTA (It.), tussenw., genoeg ! afgedaan ! en hiermee basta! dat is basta!basta! houd op ! II. BASTA v. (-’s), klaverenaas, de derde matador in het omber- en quadrillespel.