Wat is de betekenis van basisarts?

2024-04-18
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

basisarts

arts zonder specialisatieopleiding. afgestudeerd arts die nog geen vervolgopleiding tot huisarts, specialist, wetenschappelijk onderzoeker of sociaal geneeskundige e.d. heeft gevolgd; ook: de rang, de titel van basisarts. Voorbeelden: Basisarts als finaliteit van de vorming tot arts aan de K.U. Leuven [...]. Op het einde van het 7de...

2024-04-18
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Basisarts

Basisarts -arts die pas afgestudeerd is en zich nog niet gespecialiseerd heeft, en dus nog niet zelfstandig werkt. Veel basisartsen werken als assistent van een gespecialiseerde arts in een ziekenhuis, soms tot 85 uur per week.

2024-04-18
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Basisarts

Basisarts - arts die pas afgestudeerd is en zich nog niet gespecialiseerd heeft. Gezaghebbende en goed betaalde specialismen als cardiologie, chirurgie en röntgenologie zijn vooralsnog nagenoeg gesloten mannelijke werkterreinen. Het is moeilijk om als basisarts, zeker als vrouw, een opleidingsplaats voor zo’n status-rijk specialisme te verwerven. V...

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Basisarts

m. (-en), arts die een universitaire studie heeft afgerond, maar zich niet specialiseerde in de huisartsgeneeskunde of een ander medisch specialisme.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Basisarts

m. (-en), arts die een universitaire studie heeft afgerond, maar zich niet specialiseerde in de huisartsgeneeskunde of een ander medisch specialisme.