Wat is de betekenis van basilica?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

basilica

Het begrip basilica heeft 3 verschillende betekenissen: 1) gebouw voor handel en rechtspraak. gebouw voor handel en rechtspraak bij de oude Romeinen, in de vorm van een grote rechthoekige hal, verdeeld in een middenschip en twee zijbeuken, met vaak aan een der korte zijden een halfronde uitbouw, de apsis. 2) kerkgebouw. kerkgebouw ui...

2024-04-24
Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Basilica

Een basilica (gr. koningshal) is in de klassieke oudheid een overdekte, meestal rechthoekige ruimte, met soms een apsis en doorgaans binnen van zuilen voorzien. De basilica is meestal in drie schepen verdeeld met een verhoogd middenschip, waarin vensters. Een basilica zonder bovenvensters heet een pseudo-basilica. Het christendom nam later de basil...

2024-04-24
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Basilica

Multifunctioneel gebouw met een grote, hoge binnenruimte met zuilen, in de Romeinse tijd gebruikt voor niet-religieuze doeleinden zoals rechtspraak, handel, vergaderingen en onderwijs. Diende als voorbeeld voor vroeg-Christelijke kerken.

2024-04-24
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

basilica

basílica, - zie basilĭcus.

2024-04-24
Archeologische Encyclopedie

H. Arends (1962)

Basilica

Rom. zaal voor grote bijeenkomsten, rechtszittingen, beurs, keizerlijke ontvangsten e.d., b.v. de b. aan het Forum romanum* en de b. van Maxentius*. Voor de paleis b. z. aula. De Chr. kerk neemt de b. vorm over en ontwikkelt die verder.

2024-04-24
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Basilica

basiliek.

2024-04-24
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

basilica

basiliek; grote kerk.

2024-04-24
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Basílica

f. koninklijk paleis; basiliek.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

basilica

(Lat.) basiliek, v. 1 oorspronkelijk de koninklijke of vorstelijke hal, waarin de archon-basileus (de a r c h o n, die het toezicht over de godsdienst en de criminele processen had) te Athene rechtspraak hield; bij de Romeinen wat wij de Beurs noemen, met aansluitende ruimte, het tribunaal voor de rechtspraak; 2 langwerpig gebouw met op zuilen of...