barst
barst - zelfstandig naamwoord 1. scheur in iets wat breekbaar is ♢ er zit een barst in die vaas 1. geen barst [helemaal niets] Zelfstandig naamwoord: barst de barst...
Muiswerk Educatief (2017)
barst - zelfstandig naamwoord 1. scheur in iets wat breekbaar is ♢ er zit een barst in die vaas 1. geen barst [helemaal niets] Zelfstandig naamwoord: barst de barst...
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-en), breuk, scheur in een harde oppervlakte of een hard lichaam waarbij de delen nog niet uit elkaar wijken: een barst in een muur, in het ijs, in een kopje, in vernis.
Jozef Verschueren (1930)
m. (-en; -je) smalle breuk : een in een plank ; -en in het ijs, in een glas.Syn. kloof, reet, scheur, spleet.
J.H. van Dale (1898)
BARST, m. (-en), spleet, scheur in een hard voorwerp ontstaan en waarbij de deelen nog niet uit elkaar wijken: een barst in een muur, in het ijs, in een kopje. BARSTJE, o. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: