Wat is de betekenis van barbeel?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

barbeel

karperachtige zoetwatervis. karperachtige zoetwatervis met vier korte, dikke voeldraden aan de bovenlip. Voorbeelden: De barbeel is een vis van de middenlopen van rivieren, de zogenaamde 'barbeelzone'. De barbeel was in de referentieperiode vrij talrijk in het stroomgebied van de Maas in Midden- en Zuid-Limburg. http://h...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

barbeel

barbeel - Zelfstandignaamwoord 1. (vissen) Barbus barbus, een vis van de middenlopen van rivieren Verwante begrippen katvis

2024-04-24
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

barbeel

Zoetwatervis. Is ca. 60 cm lang en weegt ongeveer zo’n 5 kg. Staat bekend om zijn vele graten. Als bereiding komt alleen roosteren of bakken in olie of frituur in aanmerking. Het eten van kuit van de barbeel is niet aan te raden, omdat deze bepaalde gifstoffen bevat die hevige darmstoornissen kan veroorzaken.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Barbeel

karperachtige riviervis

2024-04-24
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Barbeel

De rivierbarbeel is een zoetwatervis uit de karperfamilie, 80 cm lang, groenachtig, soms goudkleurig, met vier baarddraden. Hij voedt zich met kleine vissen, slakken, wormen en insekten. Zijn vlees is smakelijk, maar rijk aan graten. Vele uitheemse barbelen zijn aquariumvissen.

2024-04-24
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Barbeel

Barbeel - De Latijnse naam Barbus barbus geeft al een aanduiding van zijn uiterlijk. Hij heeft namelijk vier baarddraden aan de bovenlip. Een slank, maar toch fors lichaam, dat afmetingen tussen de 30—50 cm kan bereiken. Wordt in ons land voor¬namelijk in het zuiden nog wel eens gevangen. Daar de barbeel evenwel vooral ’s nachts aas...

2024-04-24
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

BARBEEL

Karperachtige vis uit de middenloop der rivieren. Komt soms via het IJselmeer in Fr. waters (1953 in Sneekermeer, 1954 in Franekervaart gevangen).

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Barbeel

m. (...beien), 1. zekere karperachtige riviervis (Barbus fluviatilis) met vier korte, dikke voeldraden aan de bovenlip : een barbeel kan 6 a 7 dm lang en 4 a 5 kg zwaar werden; 2. zeebarbeel (zie ald.).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

barbeel

m. barbelen, barbeeltje (Lat. barbellus = met een baard: karperachtige riviervis, met vier dikke voeldraden aan de bovenlip; Lat. barbus fluviatilus).