Wat is de betekenis van Bannen?

2024-04-19
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bannen

bannen; verbannen; uitbannen; vasttoveren, boeien; etwas auf die Platte bannen, iets op de fotografische plaat vastleggen; gebannt sein, betoverd zijn, geboeid zijn.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bannen

(bande, heeft gebannen), 1. (hist.) op plechtige wijze bijeenroepen, nl. de vierschaar; 2. plechtig afkondigen ; (gew.) de schouw bannen, de schouwing over wegen, sloten enz. plechtig aankondigen en beginnen; 3. (hist.) bij vonnis iem. iets toewijzen of ontzeggen; 4. (gew.) schelden; 5. verdrijven, in ballingschap zenden ; iem. uit het...

2024-04-19
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bannen

In de Regtspleging bij de Landmagt wordt een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan het proces tegen voortvluchtigen of wel de procedure bij indaging. Zijn de voorgeschreven formaliteiten vervuld en is desondanks de beklaagde niet verschenen, dan zal de Krijgsraad hem verklaren te zijn vervallen van zijn militaire charge en hem bannen buiten het grondge...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bannen

bande, h. gebannen (1 iets op plechtige wijze bijeenroepen; aankondigen, vero.; 2 geesten verdrijven; 3 verdrijven, verjagen, uit zijn gezelschap houden): 1. gesch. de vierschaar bannen, (plechtig) bijeenroepen; de schouw bannen, de schouwing over wegen, rivieren en waterleidingen aankondigen; 2. den duivel bannen; 3. zijn vrees bannen; iemand uit...

2024-04-19
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Bannen

→ Elberfeld—Bannen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bannen

('bannən) (bande, heeft gebannen) ~ Lat. fari, zeggen, 1. Eert. plechtig bijeenroepen: de vierschaar -. 2. Eert. plechtig afkondigen: de schouw(ing) over wegen en rivieren -. 3. Eert. bij vonnis toe- of ontzeggen: iemand in of uit iets -. 4. verbannen: iemand uit het land -. 5. verjagen : uit zijn gezelschap -; de duivel -. 6. verdrijven:...

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Bannen

(bande, heeft gebannen), 1. verdrijven, in ballingschap zenden; iemand uit het land bannen, verbannen; 2. door bezwering verdrijven: de duivel, de boze (oneig.) verdrijven, verjagen: ban uw vrees; een vreemd denkbeeld van zich bannen, moeite doen het te vergeten; 3. aftroeven in het kaartspel.

2024-04-19
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Bannen

Stad in het pruis. reg.-distr. Düsseldorf, onder 51° 17' N.B. en 24° 52' O.L.v. Gr., in het dal van de 20 m. breede Wupper, die de stad van o. naar w. doorstroomt; het westelijk deel van Bannen loopt met het oostelijk deel van de stad Elberfeld ineen; 120.000 inw.; handel, industrie.