Wat is de betekenis van Bankgebouw?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bankgebouw

o. (-en).

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bankgebouw

Bankgebouw - Groote verschillen bestaan bij de inrichting van deze gebouwen naar gelang den aard en den omvang van de geldzaken, welke daarin plaats vinden. In het algemeen kan men de volgende hoofdgroepen van ruimten onderscheiden: 1° lokalen ten dienste van de directie, als directeurenkamers, spreek- en wachtkamers, vergaderzaal; 2° de bureau’s m...