Wat is de betekenis van Bankbiljet?

2024-12-04
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-12-04
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bankbiljet

(1974) (Rotterdam) beeld van een naakte vrouw op de Coolsingel, dat officieel 'De Welvaart' heet. Zie ook: nakie* van het Blakie. • Het beeld van Rodin dat vlak bij de Doelen staat heet kip zonder kop. Een aan de gevel van een bankgebouw aan de Blaak bevestigd vrouwelijk naakt heet het nakie van het blakie of bankbiljet. (Simon Mari Pruys: De...

2024-12-04
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bankbiljet

bankbiljet - zelfstandig naamwoord uitspraak: bank-bil-jet 1. bedrukt papiertje om mee te betalen ♢ hij had een bankbiljet van 100 euro Zelfstandig naamwoord: bank-bil-jet het bankbiljet ...

2024-12-04
Douwe Brongers

Auteur van o.a. ‘De wet in gewoon Nederlands’

Bankbiljet

Een bankbiljet is een speciaal aangemaakt document waarmee men kan betalen. Sedert 2002 zijn de zogenaamde Eurobiljetten in omloop, deze kunnen in alle aangesloten landen gebruikt worden als wettig betaalmiddel. Om misbruik en namaak van eurobiljetten tegen te gaan, zijn de biljetten beveiligd. Het ‘papier’ waarop de biljetten gedrukt zijn (in...

2024-12-04
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

bankbiljet

bankbiljet - Tastbare (chartaal) geldbiljetten uitgegeven door een centrale bank van een land. Staan in een gelijknamig overzicht in Het Financieele Dagblad waarin de tarieven staan die particulieren in rekening worden gebracht bij aan- en verkoop van vreemd geld.

2024-12-04
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Bankbiljet

De waarschuwing om niet meer geld uit te geven dan men bezit. Wie in een droom bankbiljetten telt, zou in de waaktoestand wat royaler tegenover z’n meest vertrouwde medemensen moeten zijn. (Zie ook ‘Geld’).

2024-12-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bankbiljet

s.n., briefke (it), bankbriefke (it), bankje (it).

2024-12-04
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bankbiljet

o. (-ten), als papiergeld in omloop zijnde schuldbekentenis van een circulatiebank die wettig betaalmiddel is, geen bepaalde vervaltijd heeft en aan toonder luidt.