Wat is de betekenis van BANGHEID?

2024-12-04
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Bangheid

Zie ‘Angst’.

2024-12-04
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bangheid

s., bangens, bangte, eangens, binaudens, binaudichheit.

2024-12-04
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bangheid

v., het bang zijn, angst, gemis aan moed (vooral bij kinderen).

2024-12-04
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

bangheid

('bangheit) v. het bang zijn. Syn. → angst.

2024-12-04
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BANGHEID

v. gemis aan moed (vooral bij kinderen). BANGIGHEID, v.

2024-12-04
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Bangheid

zie Angst.