Wat is de betekenis van bandiet?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

bandiet

Het begrip bandiet heeft 4 verschillende betekenissen: 1) struikrover. iemand die vanuit een hinderlaag reizigers of voorbijgangers overvalt en berooft; struikrover; straatrover; overvaller. 2) misdadiger in het algemeen. misdadiger in het algemeen; boef; schoft; schurk. 3) schavuit; deugniet. iemand die ondeugende streken ui...

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bandiet

(1914-1918) (Vlaanderen, sold.) spotnaam voor een infanterist, liniesoldaat. • (Tony R. De Bruyne: Soldatentaal 1914-1918. 1994)

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bandiet

bandiet - zelfstandig naamwoord uitspraak: ban-diet 1. iemand die slechte dingen doet ♢ de bandiet overviel een bank Zelfstandig naamwoord: ban-diet de bandiet de bandieten ...

2024-03-29
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

bandiet

(de; en) - speler die veel beter speelt dan zijn handicap doet vermoeden, zodat hij tijdens handicapwedstrijden in de prijzen kan vallen. • Een bandiet is een golfer, ook wel ritselaar genoemd, die met golfweddenschappen zijn brood verdient. Speelt beter dan hij beweert en maakt je gewoonlijk een paar centen lichter. (...) De in zijn jonge jaren ‘g...

2024-03-29
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

bandiet

schelm, schavuit. Betekent eigenlijk ‘iemand die verbannen is’. Nu begrijp ik het, jullie bandieten! Het geld voor de mensen die jullie niet opgaven, hielden jullie in je zak! Juffrouw Moens. Miss Moens! (Sylvia Sillevis, alias Willy van der Heide, Drie meisjes en een vakantiekamp, 1955)

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bandiet

gevangene wat tot harde arbeid veroordeel is, prisonier.

2024-03-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bandiet

m. (-en), 1. straat-, struikrover; 2. een bandiet van een jongen, schavuit; 3. iem. die er als een struikrover uitziet, die slordig, haveloos gekleed is.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Bandiet

is een woord dat waarschijnlijk stamt van het Italiaans bandito, d.i. verbannene; de bandiet leeft dus buiten de geordende samenleving, zoals de Corsicaanse bandiet, die in het „maquis” verblijft. Hij verkeert in voortdurende vijandschap met de maatschappij, daar hij — alleen of in benden — door geweld of bedreiging zijn lev...