Wat is de betekenis van bamser?

2024-04-23
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

bamser

(verbastering van bamboeseur, feestneus), boemelaar, feestneus, uitgaander, losbol: Frans veinsde een beetje teerhartigheid voor haar. Hij wierd zelfs een heele bamser het type vrouw dat zich het eenvoudigst laat omschrijven ... beweerde Gele Jans van den Dijk, QUERIDO 4, 403.

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Bamser

(Barg.) een uitgaander, pierewaaier.

2024-04-23
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

bamser

een uitgaander, kroegloper

2024-04-23
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

bamser

bamser - m., (argot) een uitgaander, pierewaaier.