Wat is de betekenis van baliekluiver?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

baliekluiver

(eerste helft 19e eeuw) (Barg.) leegloper; luiwammes; nietsnut. Letterlijk: iemand die over de balie of de reling hangt. Zo iemand noemde men vroeger ook wel spottend 'een kannunik in de brug' of een 'kaaiboef'. In het militaire slang werden genisten vaak meesmuilend 'baileykluivers' genoemd. Een zinspeling op de zgn. Baileybruggen (bepaald type le...

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

baliekluiver

(Bargoens) leegloper; luiwammes; nietsnut. Letterlijk: iemand die over de balie of de reling hangt. Zo iemand noemde men vroeger ook wel spottend een kanunnik in de brug of een kaaiboef. In het militaire slang werden genisten vaak meesmuilend baileykluivers genoemd. Een zinspeling op de zgn. baileybruggen (bepaald type legerbruggen vernoemd naar d...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Baliekluiver

[balie = hier: brugleuning] leegloper die over brugleuning hangt (oorspr.: wachtend op karwei bij schepen lossen).

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Baliekluiver

leegloper

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Baliekluiver

leegloper

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Baliekluiver

m. (-s), (eig. iem. die over de baliën of leuningen der bruggen hangt) leegloper; los sjouwerman.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

baliekluiver

m. baliekluivers (leegloper, los sjouwerman, die over de balie ener brug gaat hangen, in plaats van te werken).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

baliekluiver

('ba:li) m. (-s) leegloper (die over de balie van een brug gaat hangen).

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Baliekluiver

Een leeglooper, ook los werkman; eig. iemand die met zijn gezicht over de balie, de brugleuning hangt, ‘over de baddering kneist’ en daaraan, vooral omdat hij gewoonlijk pruimt, schijnt te kluiven; vandaar dat hij ook leuningbijter genoemd wordt (Zandstr. 38; 47: leuningbijten; Köster Henke, 39), een naam, die...