Wat is de betekenis van BALBOEKJE?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

balboekje

(1990) (homotaal) adressenlijst met vroegere sekspartners. • (Arendo Joustra: Supplement bij het homo-erotisch Woordenboek. In: Homologie 4/1990)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Balboekje

o. (-s), dubbelgevouwen kaart of klein boekje waarin men op een bal de personen optekent met wie men een dans zal maken.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

balboekje

o. balboekjes (vero. dubbelgevouwen kaartje in boekjesvorm, waarin men op een bal noteert, met wie men een dans heeft).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

balboekje

('bal) o. (-s) boekje om op een bal de personen in op te tekenen, met wie men telkens zal dansen.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Balboekje

o. (-s), dubbelgevouwen kaart of klein boekje waarin men op een bal de personen optekent aan wie men een dans toezegt.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BALBOEKJE

o. (-s), kaart in den vorm van een boekje, waarin men op een bal de personen opteekent, met wie men een dans zal maken.

Gerelateerde zoekopdrachten