Wat is de betekenis van BALANSBOEK?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Balansboek

o. (-en), hoofdboek bij het dubbel boekhouden, waarin elk jaar de opgemaakte balans wordt bijgeschreven.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

balansboek

o. (-en) Hand. boek, waarin de balans wordt ingeschreven.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Balansboek

o. (-en), hoofdboek bij het dubbel boekhouden, waarin elk jaar de opgemaakte balans wordt bijgeschreven.

2024-04-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Balansboek

Balansboek, boek, waarin de balansen eener onderneming worden ingeschreven, zie BALANS (boekhoud.).

2024-04-20
Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Balansboek

Balansboek - wettelijk voorgeschreven handelsboek, waarin de koopman zijn, binnen de 6 eerste maanden van ieder boekjaar opgemaakte balans, moet inschrijven en eigenhandig onderteekenen. (Art. 8 W. v. K.).

2024-04-20
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Balansboek

Een der hoofdboeken in gebruik bij het Italiaansch of dubbel boekhouden; het bevat de achtereenvolgens gedurende het bestaan der zaak opgemaakte balansen, en dient om den koopman in kort bestek een juist overzicht te geven van den gang zijner onderneming sinds den aanvang daarvan.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

BALANSBOEK

o. (-en), een hoofdboek bij het dubbel boekhouden, waarin elk jaar de opgemaakte balans eener zaak wordt bijgeschreven.

Gerelateerde zoekopdrachten