Wat is de betekenis van baksnaaiem?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

baksnaaiem

(1880) (Amsterdam, Barg.) gebit. Samenstelling van nhd. 'Backen(zahn)' en hebr. 'sjienajiem' (tanden). Mogelijk naar analogie van het verouderde (eveneens Amsterdamse) ‘lawaai’m’ (lawaai). Voor gebit bestaan er volgende informele benamingen: afgebrand* dorp (kerkhof); dominospel*; eetkamer; fietsenrek*; grafkelder*; kerhof*; molen...

2024-04-25
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

baksnaaiem

(< bak, kaak + Jidd. sjenajem, tanden < Hebr. sjinajiem, tanden), gebit: Toen hij met ze dronken toges wilde uithalen (bij ’t zingen), vloog z’n oorlogsgebitje meters ver tussen de vol bezette tafeltjes en hij maar roepen: ‘Me snajem, waar is godverdomme me baksnajem’, HARING ARIE3 34.

Gerelateerde zoekopdrachten