Wat is de betekenis van Bakkie?

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bakkie

1) (1953) (vnl. sold.) zaak, probleem: 'Dat is mijn bakkie niet'. Uit Maleis 'behagian'. Verkorting van bakkie-an*. Vgl. Eng. slang: my funeral. • Je moet niet meer mensen in een zaak halen dan nodig is. Dat bakkie is voor jou. (Piet Bakker: Kidnap. 1953) • (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat. 1978) • (...

2024-04-19
Jargon & Slang van Havenarbeiders

Marc de Coster (2017)

Bakkie

Bakkie - een bakkie doen: het schip vastleggen; een kop koffie drinken. De eerste betekenis is vermoedelijk ontstaan uit bak in de betekenis van kuip en door uitbreiding ook van toepassing op de plaats van de arbeid: Hoe laat ga je aan de bak? (Endt, BW). Hieraan ligt ook de uitdrukking aan de bak komen ten grondslag. In de tweede betekenis is bak...

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Bakkie

1. — hosselen,in het slang van drugsgebruikers ‘autoradio’s stelen om met de opbrengst drugs te kunnen aanschaffen’. Tegenwoordig proberen automobilisten zich hiertegen te beveiligen door het plaatsen van een zgn. blufpa- neel,een papieren of plastic front in de vorm van een verouderd model autoradio, dat over de waardevolle apparatuur wordt geplak...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

bakkie

(ligte) afleweringsmotor.