Wat is de betekenis van Bakkenist?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bakkenist

(1970) (inf.) persoon die in het zijspan van een motor zit. • Een sensationeel hoogtepunt wordt ongetwijfeld de race in de zijspanklasse. Het spectaculaire bochtenwerk waarbij de bakkenist in een binnenbocht bijna het kruis uit zijn broek schroeit, is een adembenemend gezicht. (Limburgsch dagblad, 14/04/1972) • De inzet daarbij v...

2024-04-25
Jargon & Slang van Zendamateurs

Marc De Coster (2017)

Bakkenist

Bakkenist - zendamateur. Eng. goonie bird, scab.

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Bakkenist

[v. bak = hier. zijspan of zendapparatuur] 1 persoon in het zijspan van een crossmotor; 2 gebruiker van 27 MC zendapparatuur.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bakkenist

zijspanrijder

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Bakkenist

v./m. (-en), passagier in een zijspan; in het bijzonder mederijder in het zijspan van een wegracer, motorcrosser of grasbaanracer, die door middel van het verplaatsen van zijn lichaamsgewicht helpt bij het sneller nemen van bochten.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Bakkenist

v./m. (-en), passagier in een zijspan; in het bijzonder mederijder in het zijspan van een wegracer, motorcrosser of grasbaanracer, die door middel van het verplaatsen van zijn lichaamsgewicht helpt bij het sneller nemen van bochten.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)