Wat is de betekenis van bajesklant?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

bajesklant

(1912) (Barg.) gevangene. Ook wel: bajesgast. • Dan groetten de bajesklanten, die bekwame jongens, de dalvers en bivakkers, 't edelvolk en al 't gajes van de universiteit den rechercheur met een tik aan de pet en een knipoog van goede verstandhouding, doch altijd bescheiden alsof zij vooral zijn heimelijk politieschap niet wilden verra...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

bajesklant

bajesklant - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die in de gevangenis zit (of heeft gezeten) Woordherkomst samenstelling van bajes en klant

2024-04-25
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Bajesklant

vaste ‘klant’ van de gevangenis; alleen Nederlandse volkstaal.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Bajesklant

m. (-en), „vaste bezoeker” van de gevangenis.

2024-04-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

bajesklant

iemand, die veel in de gevangenissen terecht komt.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)