Wat is de betekenis van Bagage?

2024-04-16
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Bagage

Bagage - 'in de bagage fietsen': aan de staart van het peloton rijden, achteraan fietsen. In het Franse argot jouer les balais.

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

bagage

bagage - zelfstandig naamwoord uitspraak: ba-ga-ge 1. wat je bij je hebt als je op reis gaat ♢ hoeveel bagage mag je meenemen in het vliegtuig? Zelfstandig naamwoord: ba-ga-ge de bagage

2024-04-16
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Bagage

De verruimde persoonlijkheid van de dromer, z’n vermogen en z’n bekwaamheid om de levensreis goed te doorstaan. Verliest hij het een of andere stuk bagage, dan kan dit een vermindering van z’n energie betekenen, misschien zelfs ook een ziekte waartegen hij in de waaktoestand moet vechten. (Zie ook ‘Koffer’, ‘Reis...

2024-04-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Bagage

reisgoed; koffers e.d.

2024-04-16
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

bagage

bagage - Houders van verschillende vorm en afmeting primair bedoeld voor de bezittingen van een reiziger.

2024-04-16
Droom lexicon

G. Senger (1985)

Bagage

Wat u op uw droomreizen meesleept is het totaal van uw kracht, talenten, levensinhoud en plannen. Uw bagage vertegenwoordigt uw persoonlijkheid in ruimere zin. Wanneer u haar kwijt raakt, wordt u ter verantwoording geroepen en vermoedelijke bestraft. Want de bagage is een wezenlijkbestanddeel van het Ik en bevat de reserves voor uw directe levensbe...

2024-04-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Bagage

s., bagaezje.

2024-04-16
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Bagage

reisgoed, bagage; fig. bezit, geschreven werken, opgedane kennis, wat men in zijn mars heeft; bagages à main, handbagage.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-16
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bagage

bagage; tuig.