Bagage
Bagage - 'in de bagage fietsen': aan de staart van het peloton rijden, achteraan fietsen. In het Franse argot jouer les balais.
Marc De Coster (2017)
Bagage - 'in de bagage fietsen': aan de staart van het peloton rijden, achteraan fietsen. In het Franse argot jouer les balais.
Muiswerk Educatief (2017)
bagage - zelfstandig naamwoord uitspraak: ba-ga-ge 1. wat je bij je hebt als je op reis gaat ♢ hoeveel bagage mag je meenemen in het vliegtuig? Zelfstandig naamwoord: ba-ga-ge de bagage
Fink (1998)
De verruimde persoonlijkheid van de dromer, z’n vermogen en z’n bekwaamheid om de levensreis goed te doorstaan. Verliest hij het een of andere stuk bagage, dan kan dit een vermindering van z’n energie betekenen, misschien zelfs ook een ziekte waartegen hij in de waaktoestand moet vechten. (Zie ook ‘Koffer’, ‘Reis...
Getty Research Institute (1990)
bagage - Houders van verschillende vorm en afmeting primair bedoeld voor de bezittingen van een reiziger.
G. Senger (1985)
Wat u op uw droomreizen meesleept is het totaal van uw kracht, talenten, levensinhoud en plannen. Uw bagage vertegenwoordigt uw persoonlijkheid in ruimere zin. Wanneer u haar kwijt raakt, wordt u ter verantwoording geroepen en vermoedelijke bestraft. Want de bagage is een wezenlijkbestanddeel van het Ik en bevat de reserves voor uw directe levensbe...
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
reisgoed, bagage; fig. bezit, geschreven werken, opgedane kennis, wat men in zijn mars heeft; bagages à main, handbagage.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: