Wat is de betekenis van badplaats?

Het begrip badplaats heeft 2 verschillende betekenissen: 1) kustplaats waar men kan baden. aan zee gelegen plaats waar men vooral komt om te baden en die ook op de ontvangst van badgasten is ingericht. 2) plaats om zich te baden. plaats bij een rivier waar men zich kan baden.

badplaats - Zelfstandignaamwoord 1. (toerisme) aan zee gelegen plaats waar mensen vaak gaan zwemmen 2. (medisch) plaats met geneeskrachtige bronnen Woordherkomst samenstelling van bad en plaats Verwante begrippen [2]: kuuroord

badplaats - zelfstandig naamwoord uitspraak: bad-plaats 1. stad of dorp aan zee ♢ Zandvoort is een badplaats Zelfstandig naamwoord: bad-plaats de badplaats de badplaatsen ...

kuuroord waar men beschikt over natuurlijke geneeskrachtige bronnen of andere plaatsgebonden geneesmiddelen, die geheel of overwegend bestemd zijn voor het behandelen van bepaalde ziekten.

(de, -en), plaats waar gezwommen kan worden. Blakawatra is een mooie badplaats geworden. Etym.: AN b. is een plaats aan zee waar men vooral komt om te baden of een plaats in het binnenland waar men heilzame baden kan nemen.

...

v. (-en), stad of dorp waar bezoekers komen om de baden te gebruiken; plaats aan zee waar men vooral komt om te baden.

v. badplaatsen (plaats, waar men baadt, waar gelegenheid is een bad te nemen; stad of dorp met zeebaden, b.v. Scheveningen; met geneeskrachtige wateren, b.v. Ems; waar men een luchtkuur doet enz.).

v. (-en) 1. plaats aan de zee waar men baden neemt: Oostende, Scheveningen zijn -en. 2. Uitbr. plaats waar men geneeskrachtige lucht- of andere baden neemt: Spa is een -.