Wat is de betekenis van back?

2024-03-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

back

(zelfstandig naamwoord) [alg.] verdediger, achterhoedespeler, achterspeler - De verdediger schermde het doel goed af. De doelman hoefde weinig te doen.

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

back

back - zelfstandig naamwoord uitspraak: bek 1. verdediger, achterspeler ♢ de back trapte juist op tijd de bal voor het doel weg Zelfstandig naamwoord: bek de back de backs

2024-03-29
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Back

Back - (Eng.) in het circus gebezigd voor een salto, meestal in samenstellingen zoals triple-back en layout-back.

2024-03-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Back

achterhoedespeler (sport)

2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Back

achterspeler bij het voetbalspel.

2024-03-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Back

I rug, rugzijde; achterkant; leuning; keerzijde; achterspeler; back and belly, voedsel en kleding; back to front, het achterste voren; at the back of, achter (aan, -in, -op); at the back of his mind, in zijn binnenste; be at the back of it, er achter zitten (steken); he on a man’s back, iemand tot last zijn; have... on one’s back, m...

2024-03-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Back

1. achteruit. 2. Back, bak, voordek; baksvolk.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Back

(Eng.), m. (-s), (voetbalspel) verdediger, achterspeler.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

back

rug; back-bone, ruggegraat; back-ache, rugpijn, spit in de rug, lumbago, lendenpijn ; back-pressure, tegendruk (bij terugvloeiing van bloed in de hartkamer bij een klepgebrek).