Wat is de betekenis van bache?

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

bache

dekzeil Vroeger drapeerden sommige mensen op gure winteravonden een bache over hun Wartburg of hun NSU, om zo een kleine kans te maken dat die tuigen de volgende ochtend zonder interventie van Touring Wegenhulp aan de praat zouden raken. (dagblad) In het Frans: 'bâche'. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 1 Vlaams...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

bache

(de, -s) dekzeil, bijvoorbeeld van een vrachtwagen.

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

bache

(Waterdicht) dekzeil, dekkleed; ook: soort cape veelal met capuchon voor (brom)fietsers, poncho.

2024-04-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Bâche

(dek)zeil, huif; broeibak.

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bache

vrouwelijk wild zwijn; zijde spek.

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Bäche

beek.

2024-04-25
Spaans woordenboek (SP-NL)

Dr. C.F.A. van Dam (1948)

Bache

m. kuil; bache (de humor), inzinking.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

bache

v. bachen (Fr.; Z.-N. dekkleed), (che =sj).

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Bache

Bache - Otto, Deensch historie-schilder, portrettist, genre- en landschapschilder. * 21 Aug. 1839 te Roskilde. Leerling van de acad. te Kopenhagen en van W. Marstrand. 1866—1868 studiereizen naar Parijs en Italië. 1887 professor aan de acad. te Kopenhagen. Ook schilder van diertafereelen. Werken: Hist. schilderingen’in het kasteel Frederiksborg te...