babok
(17e eeuw, vero.) (scheldw.) lomperd of domoor. Terug te vinden in het werk van Hooft en Bilderdijk. Het WNT vermoedt een ontlening aan het Portugees, waar ‘baboca’ in deze zin voorkomt. Het werkwoord ‘babokken’ betekende: ‘als een domoor behandelen’. • Zeker ryk Man voorby een Kooldrager gaande, die 'er zee...