babbelen
babbelen - regelmatig werkwoord uitspraak: bab-be-len 1. gezellig praten over onbelangrijke dingen ♢ we babbelden wat bij een kopje thee Regelmatig werkwoord: bab-be-len ik babbel jij/u...
Muiswerk Educatief (2017)
babbelen - regelmatig werkwoord uitspraak: bab-be-len 1. gezellig praten over onbelangrijke dingen ♢ we babbelden wat bij een kopje thee Regelmatig werkwoord: bab-be-len ik babbel jij/u...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., babbelje, keakelje, tsjottelje, toatsje, teutsje, teutelje, rantsje, reutelje, rattelje, tsjaffelje, taterje, kletse, klaphout forsjitte; uit — gaan, op ’e reutel gean; zij heeft veel te —, hja hat frijhwat in snak, frijhwat to snakken.
Van Dale Uitgevers (1950)
(babbelde, heeft gebabbeld), 1. veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten : dienstmeisjes die een uur aan de deur staan te babbelen; (schoolt.) met elkaar praten van leerlingen onder de les : kinderen die babbelen, storen het onderwijs; 2. praatjes verkopen, kwaadspreken: over het verdwijnen van die man wordt...
M. J. Koenen's (1937)
babbelde, h. gebabbeld (1 telkens praten; veel onnodig praten over onbeduidende dingen; 2 kwaadspreken; 3 kouten, keuvelen): 1. wat zijn die vrouwen weer aan ‘t babbelen; dat kind begint reeds aardig te babbelen; 2. over zijn vertrek werd heel wat gebabbeld; 3. ik kom vanavond wat babbelen.
Jozef Verschueren (1930)
('babbələn) (babbelen, heeft gebabbeld) de kaken bewegen nl. 1. knabbelen, beknabbelen : het woord komt nog voor in „babbelaar" (1). 2. a. aanhoudend praten over onbeduidende dingen : wat kan dat mens toch -! Syn. kakelen, kallen, klappen, kletsen, kouten, praten, rammelen, snappen, snateren. Tgst. zwijgen. b. gezellig praten, keu...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(babbelde, heeft gebabbeld), 1. veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten; 2. gezellig praten: dat oude vrouwtje kan zo aardig babbelen.
J.H. van Dale (1898)
(babbelde, heeft gebabbeld), veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten: dienstmeisjes die een uur aan de deur staan te babbelen; (vooral) met elkaar praten van leerlingen onder de les kinderen die babbelen, storen het onderwijs; — zich in ongunstigen zin over iemand of iets uitlaten over het verdwijnen van dien man wordt...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: