Wat is de betekenis van Baarmoeder?

De baarmoeder is peervormig en ligt in de onderbuik van de vrouw. Dit awesome wonderorgaan - gemiddeld zo’n 8 cm groot - is via de eileiders verbonden met de eierstokken. De baarmoeder speelt een grote rol binnen de vruchtbaarheid van de vrouw. Het is de plek waar baby's groeien en ongesteldheid vandaan komt. Zwanger! Seks gehad zonder a...

baarmoeder - zelfstandig naamwoord uitspraak: baar-moe-der 1. orgaan in de buik van een vrouw ♢ de baby groeit in de baarmoeder Zelfstandig naamwoord: baar-moe-der de baarmoeder de baarm...

Een peervormig, hol orgaan in de onderbuik van de vrouw, waarin tijdens de zwangerschap vanuit een bevrucht eitje een kind groeit. Een baarmoeder is niet een moeder die een kind baart, maar een holle spier bij de vrouw. Die holle spier is na de puberteit ongeveer zo groot als een kleine mandarijn. Alleen tijdens de zwangerschap wordt de baarmoeder...

peervormig orgaan in de onderbuik van de vrouw, dat naar onder in verbinding staat met de schede, naar boven links en rechts met de eileiders. De baarmoederholte is nauw en de wand zeer sterk gespierd. Tegen de spierlaag bevindt zich het baarmoederslijmvlies. Het pas bevruchte ei nestelt zich hierin en komt tot ontwikkeling. Wanneer geen bevruchtin...

of uterus, vrouwelijk orgaan waarin zich het ongeboren kind ontwikkelt. Bij de vrouw gelegen achter de blaas in de buikholte. De vorm is die van een afgeplatte peer met smalle deel naar onderen gericht, lengte ± 7 cm., gewicht ± 50 gram. In de wand de krachtigste spieren van het lichaam, nodig voor de uitdrijving van de vrucht (bevall...

vroulike liggaamsdeel waarin die vrug ontwikkel.

uterus, hystera, het holle orgaan met dikke spierwand in de onderbuik van de vrouw, achter de urineblaas en vóór de endeldarm; naar onderen in verbinding met de schede door middel van de baarmoedermond (portio uteri), naar boven links en rechts in verbinding met de eileiders. De baarmoederholte (cavum uteri) bevindt zich in het bovens...

is het orgaan, waarin bij zoogdieren het jonge individu vóór de geboorte tot ontwikkeling komt (z. Uro-genitaal apparaat).

s., (bij koe), liif (it); opstijging der —, limoer; uitzakking der —, liifboa(i)tskens, liifbieden (it); uit de — vloeien, wytfloeije; mond v. d. —, sluting.