baar
(19e eeuw) (sold., zeem.) groentje, nieuweling. Van het Maleise woord 'baroe' of 'baru': zo werden de nieuwkomers genoemd als ze voor het eerst in Nederlands Nieuw Guinea aankwamen en nog bleek zagen. 'Baru' is kort voor 'orang baru'. 'Orang' betekent mens en 'baru' nieuw. • baar, z.n.m. – Zoo wordt een nieuwling aan boord genoemd. &rsqu...