Wat is de betekenis van baanders?

2024-04-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

baanders

1) (1935) (Barg.) schoenen. Talrijke syn. in de volkstaal (vaak voor grote schoenen): dauwtrappers*; kistjes*; kluitentrappers*; kustvaarders*; pattas*; roeiboten*; schuiten*; sigarenkistjes*; sluipers*; spatoes*; stampers*; stappers*; stoomboten*; straatvreters*; torpedoboten*; trappers*; vioolkisten*; vliegdekschepen*. •Mot je straks...

2024-04-16
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

baanders

Grote dubbele inrijdeuren van een Oost-Nederlandse boerderij.

2024-04-16
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Baanders

Baanders - zie A. Kessler.