baal hooi, baal stro
(1991) (scheldw.) waardeloze kerel; vent van niks. • Baal hooi. Waardeloze vent, iemand die z'n best niet doet. (Fré Harmsen: Van baroe tot branie. Termen en zegswijzen bij de Koninklijke marine. 1991) • Baal stro: duf figuur: 'moet je die gast zien, wat een baal stro!' (C.A.J. Hoppenbrouwers: Jongerentaal: de tipparade van de om...