avontuurlijk
...
Muiswerk Educatief (2017)
avontuurlijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: a-von-tuur-lijk 1. vol spannende gebeurtenissen ♢ hij leidt een avontuurlijk leven 1. een avontuurlijke onderneming [gewaagd en onzeker]...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. en bw., 1. op avonturen belust, geneigd tot vreemde plannen: een avontuurlijk jongmens; 2. veel avonturen opleverend: een avontuurlijke reis; 3. gewaagd, onzeker: zich in een avontuurlijke onderneming steken; grillig.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (1 vol avonturen, vreemd, zonderling, gewaagd; 2 op avonturen uit, geneigd tot vreemde en zonderlinge plannen): 1. een avontuurlijk leven; de avontuurlijke reis van Bontekoe; een avontuurlijk verhaal; 2. avontuurlijke politiek.
Jozef Verschueren (1930)
(avon'tu:rәk) bn. en bw. (-er, -st) 1. vol avonturen : een leven. 2. niet door vaste beginselen bestuurd : een -e politiek. 3. tot zonderlinge plannen geneigd : met zijn brein. 4. als van een avonturier : een uiterlijk. avontuurlijkheid v.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., 1. op avonturen belust: een avontuurlijke jongen; 2. veel avonturen opleverend: een avontuurlijke reis; vol avonturen: een avontuurlijke geschiedenis; 3. gewaagd, onzeker: zich in een avontuurlijke onderneming steken.
J.H. van Dale (1898)
bn. en bw. op avonturen belust een avontuurlijk jongmensch, wien de wereld te klein leek; — avonturen opleverend eene avontuurlijke reis; —gewaagd, onzeker ; zich in eene avontuurlijke onderneming steken.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: