Wat is de betekenis van Auditorium?

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

auditorium

auditorium - Zelfstandignaamwoord 1. gehoor, de gezamenlijke toehoorders 2. gehoorzaal Woordherkomst afgeleid van het Latijnse audīre (horen) met het achtervoegsel -orium

2024-03-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Auditorium

[Lat., onz. van auditorius = het toehoren betreffend] 1 de gezamenlijke toehoorders; 2 gehoorzaal (spec. in universiteit).

2024-03-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Auditorium

toehoorders; gehoorzaal

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek Nederlandse termen van Bibliotheek en documentaire informatie

dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)

auditorium

zie: gehoorzaal.