Emanuel Damsteeg (1992)
Letterlijk 'ik hoor'. Hoorbaar geluidssignaal; term waarmee we aangeven dat iets betrekking heeft op het menselijk gehoor. Het hoorbare frequentiegebied bevindt zich om en nabij de 20 Hz (Hertz = aantal trillingen per seconde) tot en met 20.000 Hz.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
īvi en ĭi, ītum (4); I. (kunnen) horen, het zintuig van het gehoor bezitten; luisteren: II. a. in ’t alg., horen = iets door het gehoor (of door horen zeggen of lectuur) vernemen; subst., auditum, i, n. het horen zeggen, het gerucht, Cic. b. in 't bijz., horen naar iets, aanhoren; (van de rechter) horen, verhoren; (van leerlin...
Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)
of Udo, ook Audius of Audaius, een door zijne aanhangers lot bisschop verheven ketter uit Mcsopotamië omstr. de helft der 4e eeuw, wiens grootste ketterij hierin bestond, dat hij zich God voorstelde in cene menschelijke gedaante, het Paaschlëest gevierd wilde hebben opjoodsche wijze, en een hevig bestrijder was van de ondeugden der geeste...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
