Wat is de betekenis van aubergine?

Het begrip aubergine heeft 4 verschillende betekenissen: 1) donkerpaarse vrucht. glanzende, donkerpaarse vrucht met witgroen vruchtvlees die wordt gegeten als groente, vaak verwerkt in mediterrane gerechten. 2) aubergineplant. eenjarige plant uit de nachtschadefamilie die de auberginevrucht levert; aubergineplant. 3) auberginepaa...

aubergine - zelfstandig naamwoord uitspraak: oo-ber-zjie-ne 1. knotsvormige, meestal paarse vrucht, met wit vruchtvlees ♢ in de gemengde groente was veel aubergine verwerkt Zelfstandig naamwoord: oo-ber-zjie-ne de au...

Is de vrucht van een tropische plant en die ook in West-Europese kassen wordt gekweekt. Van wege zijn vorm wordt hij ook wel aangeduid met ‘eierplant’ of ‘eiervrucht’. De vorm is peervormig, langgerekt en paars-lila van kleur. Vers verkrijgbaar van juli tot december.

Uit welke taal komt aubergine oorspronkelijk? a Uit het Frans: aubergiste betekent ‘herbergier’. Een Provencaalse herbergier uit de achttiende eeuw bereidde als eerste gerechten met aubergine. b Uit het Afghaans: vorbi ganoi betekent ‘genotsboon’. Het precieze ge- bruik ervan is in de loop van de tijd verloren...

groente; eierplant; kleur

sierplant, vruchten worden als groente gegeten

of eierplant, Solanum melongena L., levert vruchten met zacht, later sponzig vruchtvlees; vruchten meestal violet gekleurd. Wordt op beperkte schaal in kassen geteeld, vooral in het Westland. Afzetmogelijkheden in Ned. gering. De cultuur wordt vaak belaagd door allerlei dierlijke parasieten. In Indon. is deze van meer betekenis (z. Terong).

I. eierplant; II. donkerviolet.

...