Wat is de betekenis van atypisch?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

atypisch

atypisch - Bijvoeglijk naamwoord 1. afwijkend van het gemiddelde Woordherkomst Afgeleid van typisch met het voorvoegsel a-

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Atypisch

[v. Gr. a- = niet, en tupos = het ingeslagene, karakter, van tuptein = slaan] (eig.: zonder bep. type) afwijkend van de norm, niet het gewone type vertonend (bijv.: een atypische vorm van een ziekte, ziektevorm die niet de typische eigenschappen van de onderhavige ziekte vertoont).

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Atypisch

afwijkend van de norm; onregelmatig

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Atypisch

bn., onregelmatig, afwijkend van het type of de norm: een atypisch ziektegeval.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Atypisch

[Gr. a, niet, typos, type], bn., niet overeenkomstig de norm of regel, onregelmatig: een Atypisch ziektegeval, afwijkend van het gewone beeld.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

atypisch

atypisch - ongeregeld, wanordelijk.