arro
1. (1986) (jeugd) arrogant persoon. Dit woord werd destijds gelanceerd door Van Kooten en De Bie, als persiflage op de eindeloze reeks modieuze afkortingen die rond die periode opdook (anarcho, aso, brabo, depri enz.). Van vele afkortingen is deze ondertussen wel het populairst geworden, vooral bij de schooljeugd. • (Jan Kuitenbrouwer: Turbot...