Wat is de betekenis van ARMATUUR?

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Armatuur

[Lat. armatura = wapening, uitrusting; arma = wapen] 1. (mil.) bewapening; 2. (tech.) stelsel ijzeren banden op een machine; draagconstructie voor lamp; 3. (elektr.) anker van magneet.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Armatuur

lamphouder; draagconstructie; wapentooi

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Armatuur

(<Lat.), v. (...turen), 1. wapening van een constructie; — draagconstructie, in ’t bijz. samenstel dat een lichtbron draagt; — 2. (nat.) de armatuur van een magneet, stuk weekijzer aan de polen van een hoefmagneet gelegd; — 3. anker ener dynamo-machine ; — 4. wat tot de uitrusting aan een machine of toestel...

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Armatuur

term uit de electrotechniek, die anker kan betekenen; ook lampjesgarnituur.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

armatuur

v. 1 bewapening; wapenrusting; 2 de ijzeren banden, het beslag, die de delen samenhouden; 3 anker v. e. magneet.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

armatuur

v. armaturen (Lat. armatura: wapening, uitrusting en al wat daartoe behoort, wapentooi aan zegetekens, praalgraven enz.; bij een machine: beslag; bij een hoefmagneet: stuk week ijzer aan de polen; bij een dynamomachine: anker).

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Armatuur

1) bewapening; 2) stuk ijzer a/d polen v/e hoefmagneet; 3) anker v/e dynamo.

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Armatuur

Armatuur - (zie Lichttechniek), samenstel, dat de eigenlijke lichtbron draagt en zoonoodig tegen beschadiging vrijwaart. Met de a. vormen in den regel één geheel reflectoren en doorzichtige omhulsels, die beide speciaal geconstrueerd kunnen zijn naar gelang de wijze, waarop het licht verdeeld moet worden. Nuttig effect van een a. = verhouding van d...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

armatuur

(arma’tu:r) v. (...turen) [Fr. < Lat. armare. wapenen] I. Eig. bewapening, wapenrusting. II. Metn. wapentooi aan zegetekens enz. III. Metf. [wat versterkt als I] 1. ijzeren beslag waardoor de delen van een machine enz. vastgehouden worden. 2. anker aan een magneet of aan een dynamomachine dat de kracht er van verhoogt.