Wat is de betekenis van Aristo?

(1999) (turbotaal) aristocraat. • ‘Men noemt mij, althans in mijn kringen, de laatste der aristo's,’ zei de heer Vogel, ‘en terecht. (Willem Brakman: De Koning is dood. 1999)

opgericht in 1930, periodiek uitgegeven te Oisterwijk onder redactie van Aug.Cuypers, die in 1932 werd opgevolgd door zijn broer Hub Cuypers jr. Het initiatief voor de oprichting kwam van de priester Wouter Lutkie. In 1932 werd de redactie overgenomen door Vincent Cleerdin, die het jaar daarop een redactieraad naast zich kreeg, waarin de gebroeders...

zie aristocrate.

van Gr. aristos = beste.

1) van Chios, gr. wijsgeer, van de stoische school, omstr. 275 v. C. Volgens hem was er tusschen deugd en ondeugd geen midden ; de deugd is het hoogste en eenige goed, al het overige is den wijze onverschillig. Zijne werken zijn verloren gegaan.2) A. uit de stad Iules op het eiland Ceos, een peripatetisch wijsgeer, leerling van Lyco en diens opvolg...

Aristo, bijgenaamd Phalantos (kaalkop) en ook wel Sirene (de welsprekende), was een beroemd wijsgeer van de school der stoïcijnen. Hij werd omstreeks het jaar 275 vóór Chr. te Chios geboren en woonde de lessen bij van Zeno, van wiens leer hij evenwel aanmerkelijk afweek. Bij de vraag naar het bestaan van God helde hij over tot...

1) A., van Chios, een stoicijn en leerling van Zeno,omstreeks 300 jaren v.Chr. 2) A., van Pella, een bekeerde Jood, die ten tijde van keizer Adriaan het Christendom met ijver tegen de Joden verdedigde; van zijne geschriften zijn nog slechts fragmenten in wezen.