argeloosheid
argeloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. het argeloos zijn, (de onschuld of eenvoud van iemand, die aan geen kwaad denkt, niets kwaads vermoedt) Woordherkomst afgeleid van argeloos met het achtervoegsel -heid
Wiktionary (2019)
argeloosheid - Zelfstandignaamwoord 1. het argeloos zijn, (de onschuld of eenvoud van iemand, die aan geen kwaad denkt, niets kwaads vermoedt) Woordherkomst afgeleid van argeloos met het achtervoegsel -heid
Van Dale Uitgevers (1950)
v., de onschuld van iem. die aan geen kwaad denkt, het niet vermoedt: in onschuld en argeloosheid.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: