Wat is de betekenis van Arbor vitae?

2024-04-23
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Arbor vitae

[Lat. = boom des levens] eigenaardige boomachtige tekening, die op doorsnede van kleine hersenen te zien is.

2024-04-23
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Arbor vitae

Lat. voor levensboom, de op een boom-met-vele-takken gelijkende tekening van de witte stof in de kleine hersenen op doorsnee.

2024-04-23
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Arbor Vitae

(Levensboom), naam van enige soorten altijdgroene kegeldragers uit geslacht Thyja*. (T. occidentalis, T. orientalis L.).

2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Arbor vitae

Arbor vitae - (zie Lat. arbor = boom, vita = leven) (zie plaat), levensboom, 1° de teekening, die op doorsnede de boomvormig vertakte witte substantie der kleine hersenen vertoont. Zie Hersenen. 2° De „Boom des Levens” uit het aardsche Paradijs (vgl. Gen. 2. 9); wordt in de Christelijke kunst gebruikt als symbool der Verlossing en voorafbeelding va...

2024-04-23
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Arbor vitae

levensboom, de eigenaardige teekening, die de grijze en witte stof der kleine hersenen op doorsnede met elkaar vormen; zie Hersenen.

2024-04-23
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Arbor vitae

levensboom; in de ontleedkunde de boomvormige teekening op de doorsnede der kleine hersenen en op het slijmvlies van den baarmoederhals; in de geneesmiddelleer benaming voor Thuja occidentalis.

2024-04-23
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Arbor vitae

levensboom; in de ontleedkunde de boomvormige tekening op de doorsnede der kleine hersenen en op het slijmvlies van de baarmoederhals; in de geneesmiddelleer benaming voor Thuja occidentalis.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Arbor vitae

[Lat., boom des levens], m., 1. eigenaardige boomachtige tekening, te zien op de doorsnede van de kleine hersenen; 2. de boomvormige figuur die gevormd wordt door fijne plooitjes van het slijmvlies van de hals van de baarmoeder.