Wat is de betekenis van Aquila?

2024-04-20
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Aquila

Lat. 'adelaar, arend'. Een Latijnse bijnaam; ook de naam van de tentmaker, gehuwd met Priscilla, bij wie Paulus in Korinte in huis was (zie de Bijbel, in onder meer Handelingen 18, 2).

2024-04-20
Jodendom van A tot Z

Prof.dr. Pieter W. van der Horst (2006)

Aquila

joodse bijbelvertaler in de eerste helft van de tweede eeuw van onze jaartelling. Zijn vertaling uit het Hebreeuws in het Grieks, die een extreem letterlijk karakter had, was bedoeld ter vervanging van de Septuaginta die inmiddels als een door de christenen zich toegeëigend werk bij de joden, met name bij de rabbijnen, in diskrediet begon te g...

2024-04-20
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

aquila

áquila, - zie aquĭlus.

2024-04-20
XYZ van de Grieks-Romeinse Oudheid

Jos Liefrink (1989)

Aquila

Aquila - zie Veldtekenen.

2024-04-20
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Aquila

m/v Lat. 'adelaar, arend’. Een Lat. bijnaam; ook de naam van de tentmaker, gehuwd met Priscilla, bij wie Paulus in Korinte in huis was (o.m. Hand.18, 2).

2024-04-20
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

AQUILA

uit Pontus afkomstige Jood, werd met zijn vrouw Priscilla (Prisca) uit Rome verdreven en vestigde zich te Korinthe, waar zij zich met Paulus verbonden (Hand. 18 : 2). Te Ephese onderrichtten zij Apollos omtrent Christus (Hand. 18 : 26). In het algemeen hebben zij belangrijk werk verricht in dienst van het Evangelie onder de heidenen (Rom. 16 : 3-4)...

2024-04-20
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

aquila

adelaar.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Aquila

Jood uit Pontus, door Claudius uit Home verbannen. Hij wijkt dan uit met zijn vrouw Priscilla naar Corinthe, alwaar Paulus op zijn tweede zendingsreis bij hen intrek neemt (Hand. 18 : 2).

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ăquĭla

ae, f. adelaar, arend, in de mythologie Juppiter’s bliksemdrager; spreekw., aquilae senectus, een frisse, wakkere ouderdom, Ter. | overdr., de adelaar, het veldteken van een Romeins legioen; aquilae, de arenden in bas-relief van voren en van achteren aan de tempel van Juppiter Capitolinus. — zie verder Aquila.