Wat is de betekenis van apron?

2024-03-29
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

apron

(de; s) - smalle strook gras rondom de green, iets langer gemaaid dan de green, maar korter dan de fairway, syn. kraag (Eng. ‘collar'), voorgreen (Eng. ‘foregreen’), fringe. Herkomst: Eng. (schort); de strook iets langer gemaaid gras zit als een soort schortje of kraag om de green heen.

2024-03-29
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Apron

zie Tablier.

2024-03-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

Apron

schort, voorschoot; schootsvel, spatkleed, lederen dekkleed.

2024-03-29
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

apron

schort, verpieegstersschot, chirurgenschort; Hottentot apron, pudendic apron, hottentottenschort, hinderlijke lengte van de kleine schaamlippen.