Wat is de betekenis van appelhout?

2024-04-20
Klokkenlexicon

Jaap Zeeman (2011)

appelhout

Lat.: Malus sylvestris. Harde houtsoort, die in de voormalige Zuidelijke Nederlanden en Duitsland als massief hout voor klokkasten werd gebruikt. Bij gebruik als fineer werd het vaak gezwart. Zie ook: ebonised. f: bois de pommier d: Apfelholz e: applewood

2024-04-20
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

appelhout

appelhout - Hout van de boom behorende tot het genus Pyrus malus, doorgaans afkomstig uit oude boomgaarden. Het is licht roodachtig bruin van kleur en wordt gebruikt voor het maken van handvatten, tabakspijpen en houten hamers.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Appelhout

o., appelbomenhout.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Appelhout

Appelhout - hout van den appelboom, dat wel eens wordt gebruikt o.m. voor houten kamwielen.

2024-04-20
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Appelhout

Appelhout - hout van den appelboom; het is niet duurzaam, wel tamelijk vast en fijn van draad, roodachtig of lichtbruin van kleur en wordt als timmerhout weinig gebruikt, meer voor snijwerk en voor meubels.

Gerelateerde zoekopdrachten