Wat is de betekenis van appelaar?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

appelaar

appelboom. appelboom. Voorbeelden: De groene knoestige stam van de appelaar ontroerde ons als levensoorzaak onder de rozig bloesemende kruin. Lut Ureel, De lange geboorte, 1977 Aan de met spierwit linnen overdekte tafel in de schaduw van een appelaar zaten zij tussen opgewonden bruiloftsgasten. Hugo Claus, Het verdriet van...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

appelaar

appelaar - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) appelboom

2024-03-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

appelaar

appelboom (informeel) In de tijd dat Hagar zich afvroeg of dit nu alles was en waarom dat haastige gevrij niet wilde beklijven, stond May naar een paard te kijken dat zich aan de stam van een jonge appelaar wreef en schurkte, schurkte en wreef dat het een lust was en de appelaar er bijna onder bezweek. (Monika van Paemel, De e...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

appelaar

(de, -s) appelboom. Ook deze rupsen leven op eik, maar sleedoorn en appelaar zijn eveneens uitverkoren. - FET, 21-12-2002.